Afgelopen week was het weer raak. Ditmaal schoot Rusland een appartementencomplex in de West-Oekraïense stad Lviv aan flarden. Precies zoals eerder, toen Rusland afgelopen zomer een kinderziekenhuis in Kyiv met de grond gelijkmaakte: veel (westerse) verontwaardiging, maar weinig actie.
Ook deze week klonk er vanuit westerse hoofdsteden opnieuw verontwaardiging. Natuurlijk is er maar één persoon verantwoordelijk voor deze gruweldaden: oorlogsmisdadiger Vladimir Poetin. Maar laten we eerlijk zijn: met onze eindeloze ‘thoughts and prayers’ winnen we geen oorlog. Spelen we zo niet Poetin in de kaart? De vraag is: durft het Westen eindelijk zijn strategie aan te passen, of zien we straks allemaal krokodillentranen als ons ‘escalatiemanagament’ een groot fiasco blijkt te zijn wanneer Oost-Oekraïne volledig in puin is geschoten. Niets doen is ook een keuze.
Pappen en nathouden
Sinds het uitbreken van de oorlog blijft het Westen vooral reageren in plaats van proactief handelen. Aanvankelijk leefde de illusie (vooral bij Macron, die Poetin steeds maar bleef bellen) dat we met Poetin konden onderhandelen, omdat de dreiging van de Russische kernwapenretoriek ons verlamde. Inmiddels is West-Europa gelukkig van die naïviteit genezen, maar een duidelijke strategie ontbreekt nog steeds. Het patroon blijft hetzelfde: de aandacht voor Oekraïne ebt weg, totdat een nieuwe gruweldaad van Rusland de oorlog weer in de schijnwerpers zet. Politici haasten zich dan om luchtverdedigingssystemen of andere wapens toe te zeggen, niet alleen voor Oekraïne, maar ook om hun eigen achterban gerust te stellen dat Oekraïne niet vergeten wordt. Ondanks de mooie praatjes blijft dit voor Oekraïne slechts een doekje voor het bloeden, een doekje dat steeds moeilijker past om de groeiende, gapende wond. Wat nu nodig is, is een coherente en doelgerichte Oekraïne-strategie, geen loze beloftes of krokodillentranen.
Geen visie
Al twee jaar gaan we op dezelfde wijze verder: een beetje steun hier, een beetje daar, zonder een duidelijk idee wat er werkelijk nodig is om de Oekraïense overwinning mogelijk te maken. Afgelopen zomer was ik in de Baltische Landen, waar de visie kraakhelder is: Rusland moet uit Oekraïne verdreven worden, en het liefst leidt dat de val van het Russische imperium in. In het Westen daarentegen ontbreekt zo’n duidelijke strategie volledig. Ons Oekraïnebeleid – als je het überhaupt beleid mag noemen – is crisis- en incidentgericht. Er is geen plan, geen idee wat nodig is om Oekraïners de middelen te geven om de Russen te verslaan. Alsof West-Europa en de Verenigde Staten hier en daar wat aanmodderen prima vinden. Met duizenden extra Oekraïense doden en de destructie van het land tot gevolg.
Moedeloosheid
Het is niet vreemd dat Oekraïne moedeloos wordt. In Rusland draait de wapenindustrie op volle toeren. Noord-Korea en Iran leveren Rusland van voldoende munitie om hun wapensystemen te testen tegen Westerse wapens. Het Westen laat onvoldoende zien dat het echt menens is. Dat Rusland echt gestopt moet worden. Leuk die praatjes over ‘dit is onze oorlog’, maar laat dat dan ook zien. We hadden sinds 2022 al een Europese wapenindustrie kunnen opzetten. Net als tijdens corona had er één groot fonds moeten komen om langzaam te beginnen om structureel wapens te produceren. Nu zijn we afhankelijk van de Verenigde Staten, terwijl dit gaat om de veiligheid van ons eigen continent! Als de Europese Unie als geheel 1,5 procent van haar BNP uitgeeft aan de steun aan Oekraïne, dan maakt Rusland geen schijn van kans. De economie van Rusland is vergelijkbaar met die van Spanje.
Kleur bekennen
Maar zolang dat niet gebeurt en zolang ons Oekrainebeleid incidentgestuurd blijft, sterven er onnodig veel Oekraïners. Dan heb ik het niet alleen over soldaten, maar ook over gezinnen in steden als Lviv en Odesa. Ik wil niet langer horen ‘we staan achter Oekraïne’ of ‘Oekraïne moet in staat zijn zichzelf te verdedigen.’ Nee. Politici mogen niet langer wegduiken voor hun verantwoordelijkheid. Ze moeten nu kleur bekennen. Geef Oekraïne de wapens die nodig zijn om de Russen onder druk te zetten of erken dat je liever geen Oekraïense overwinning steunt. Geen halfslachtige oneliners om de achterban tevreden mee te stellen.
Rusland moet verliezen
Politici moeten zeggen waarop het staat: Rusland moet deze oorlog verliezen. Vervolgens moeten beleidsmakers een beleid uitstippelen en de middelen verwerven om dit mogelijk te maken. Gaan we wapens maken of inkopen? Gaan we de sancties goed uitvoeren of erkennen we dat we niet in eigen vlees durven te snijden, zoals de Russische oligarchen op de Zuidas? En gaan we Rusland indirect of direct te lijf en hoe gaan we om met landen als Iran en Noord-Korea die Rusland de benodigde wapens voorzien. Hier moet beleid op worden gemaakt, maar de uitkomst moet glashelder zijn: Oekraïne moet Rusland uit Oekraïne verjagen. Ik wil van dit kabinet beleid zien hoe we Rusland verslaan. Daarvoor is moed en visie nodig. En ook goede samenwerking en agendering binnen NAVO en EU-verband.
Rutte
Soms hoor je wel eens dat als een leider van een land dood is dat zijn geest voortleeft in het land. Nu is Mark Rutte niet dood, maar de visieloosheid van de jaren Rutte houden dit land nog altijd in zijn greep. Daarom roep ik dit kabinet op om definitief met de Ruttejaren te breken en met een duidelijke Oekraïnepolitiek te komen in EU en NAVO-verband. En dat we vervolgens alle middelen daarvoor beschikbaar te stellen, zodat Oekraïne de Russische imperialisten kan verslaan. Expansionisten kun je enkel met hard power afstoppen.
Ik ben Hidde Bouwmeester, historicus in de internationale betrekkingen en gespecialiseerd op postcommunistisch centraal én Oost-Europa. Met een (vaste) donatie draag je bij aan mijn werk en zorg je dat ik Oekraïne onder de aandacht kan houden en desinformatie kan bestrijden en bovendien geheel onafhankelijk kan blijven. Wil je elke keer als er nieuw artikel online staat, een mail ontvangen? Mail dan naar jhbbouwmeester@gmail.com
Waardeer dit artikel!
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door de auteur een kleine bijdrage te geven. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.